Nieuws

Spreker 11 mei 2015: Jan-Paul Apon

Uitgesproken bij het monument aan de voet van de Moerdijkbrug op 11 mei om 13.00 uur.

—-

Dames en heren, geachte aanwezigen,

Het is mij een eer en genoegen dat ik op deze bijzondere plaats enkele woorden tot u mag richten, naar aanleiding van een gebeurtenis die weliswaar 75 jaar geleden heeft plaatsgevonden, maar waarvan de actualiteit, wat mij betreft, door de jaren heen niet minder is geworden.

Mijn naam is Jan-Paul Apon, kolonel bij de Koninklijke Luchtmacht, werkzaam in het Hoofdkwartier van het Commando Luchtstrijdkrachten. En hoewel ik hier met een Luchtmachtpet op voor u sta, draag ik ook de pet van Ridderkerker. De Ridderkerkse Grienden, de locatie waar de T5 856 is neergestort, liggen bijna in mijn achtertuin. Dat maakt dat deze gelegenheid mij niet alleen in mijn Luchtmachthart raakt, maar ook mijn hart, als inwoner van de plaats waar op de 13e mei van 1940 vijf jonge mannen hun onwaarschijnlijk moedige poging om de Duitse opmars te stuiten met hun leven moesten bekopen, beroert.

Held. Ik zocht naar een definitie van een ‘held’….een held is een persoon die, wanneer geconfronteerd met gevaar en rampspoed of vanuit een zwakke positie, moed en de bereidheid tot zelfopoffering betoont voor een grotere zaak.

Als we deze definitie op de gebeurtenissen van 13 mei 1940 projecteren, mogen we zonder enige reserve stellen dat de mannen die in de Fokker T5 en de begeleidende G1’s opereerden helden zijn. Geconfronteerd met zeer beperkte middelen en wetende dat een overmacht aan tegenstanders aanwezig zou zijn, stapten zij in hun vliegtuigen om een menselijkerwijs vrijwel onmogelijke missie uit te voeren. Vanuit deze ‘zwakke positie’ gingen zij op pad….bereid om hun leven te geven ‘voor een grotere zaak’.

Ik probeer mij in te beelden hoe deze mannen die ‘grotere zaak’ hebben ervaren. Hoewel het doel van de missie heel concreet was, was hun aandeel in de totale strijd op dat moment in feite beperkt. De kans dat zij de Duitse opmars zouden stoppen was immers nihil. De vraag die dan rijst is: was het de inzet waard? Was het hun leven waard?

Het zijn vragen die ook in andere oorlogen en missies, na de Tweede Wereldoorlog  zijn, en nog steeds worden, gesteld. Waar doen we het voor? In 2013 ben ik als Contingentscommandant van de Nederlandse eenheden in Afghanistan werkzaam geweest. De aard en omvang van de operaties aldaar zijn niet te vergelijken met dat wat in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. De overeenkomst is echter dat ook in Afghanistan Nederlandse militairen zijn omgekomen…..25 collega’s hebben daar hun leven gegeven voor die ‘grotere zaak’.

In het verlengde daarvan kregen 25 partners, vaders, moeders, kinderen het bericht dat hun geliefde niet meer thuis zou komen. 25 keer groot verdriet, veel vragen en soms weinig antwoorden. Zoals we vandaag de zeven bemanningsleden van de T5 en de G1 herdenken, zo herdenken we op andere momenten en andere plaatsen deze collega’s.

Herdenken. Her-denken….er opnieuw aan denken. Er bij stil staan. Er bewust aandacht aan geven. Met het doel niet te vergeten wat in het verleden is gebeurd. Niet te vergeten wat de prijs van vrijheid was….en nog altijd is. Niet te vergeten dat vrede en vrijheid nooit vanzelfsprekend zullen zijn. Om die reden staan we vandaag met elkaar stil bij de gebeurtenissen op 13 mei 1940. Om die reden wordt dit verhaal, liever gezegd deze geschiedenis, verteld. Om die reden wordt het verhaal van mannen die in Uruzgan als gevolg van bermbommen zijn gesneuveld verteld. En dat van de twee Apache vliegers die recent in Mali zijn omgekomen. En dat van vele anderen….

We moeten dat blijven doen. We moeten de verhalen blijven vertellen. Omdat ze recht doen aan dat wat deze helden hebben gedaan. Omdat wanneer wij hun namen noemen, zij in onze gedachten blijven. Maar ook omdat hun verhalen ons tot steun, bemoediging en voorbeeld mogen zijn. Een indrukwekkend voorbeeld van onvoorwaardelijke trouw, uitzonderlijke moed en een nauwelijks te bevatten bereidheid om het eigen leven te geven voor de vrijheid, vrede en veiligheid van anderen. Wat mij betreft een voorbeeld dat de wereld van vandaag hard nodig heeft. Waar we niet alleen stil van worden, maar het gebruiken om er van te leren, er van te spreken en er vanuit te leven. Inderdaad: te leven. Zodat niet dood en verdriet het laatste woord hebben, maar leven en hoop. Gericht op de toekomst. Voor onze en komende generaties.
Kolonel Jan-Paul Apon

11 mei 2015